Esbro bestaat sinds 1964, is verhuisd in 2013 en sinds 2016 onderdeel van GroenlandGroup en onderdeel van PHW. Alles is in eigen beheer: Van moederkip – voer – eieren – eind product. Ze willen graag innoveren en verduurzamen. Zo is er een plan om het vet van kippen te gebruiken voor de energievoorziening. Iets wat nog nergens gebeurt, maar waarvoor ze dus wel in gesprek zijn. Van het totale energieverbruik in Wehl, is 25% van Esbro. Naast kip richten ze zich ook steeds meer op vegetarische producten, kant & klare maaltijden en sportmaaltijden. Mc Donalds, KFC en supermarkten zijn de grootste klanten. Plukon en Storteboom zijn de grootste concurrenten in Nederland. 0,08% van de kippen overleefd het transport niet, terwijl dit landelijk op 0,8% zit.
Internationale kansen en bedreigingen
Door open handelsverdragen wordt het steeds moeilijker om positie te houden. Vrijhandelsverdragen zorgen ervoor dat Nederland minder kwaliteit binnen haalt, waardoor duurdere producten met meer kwaliteit door prijsverschil steeds minder kans maakt. Nederland was altijd de grootste producent van pluimvee, maar ondertussen zijn we ingehaald door Polen. De arbeidsomstandigheden en kwaliteitseisen zijn in landen als Polen en Brazilië veel lager, waardoor je een oneerlijk concurrentie krijgt.
Er moet dus scherper gekeken worden naar de kwaliteitseisen van producten die wij hier binnen halen. Daardoor komen er ook steeds meer producten in onze schappen te liggen die niet alleen mindere kwaliteit hebben, maar ook minder duurzaam en onder slechtere arbeidsomstandigheden geproduceerd worden. We moeten er dus veel meer op inzetten dat onze kwaliteitseisen overgenomen worden en andere landen dus ook duurzamer en kwalitatief beter gaan produceren. We kunnen daar een voorbeeldrol op in gaan nemen, waarbij niet alleen internationale handel niet ten koste van ons gaat maar ook onze kennis makkelijker verkocht wordt.
Consumenten worden niet goed genoeg van op de hoogte gebracht van de kwaliteit van een product en het gaat ook ten koste van bedrijven in Nederland. Keurmerken kunnen daar alleen aan bijdragen, wanneer deze door de overheid worden verplicht en gefaciliteerd. Denk daarbij aan keurmerken waarin niet alleen land van herkomst, maar ook arbeidsvoorwaarden, duurzaamheid en diervriendelijkheid beoordeeld wordt.
Huisvesting
ÉÉn van de voorwaarden die we gesteld hebben om gastarbeiders hier te huisvesten is het betrekken van inwoners. Dit is bijna een onmogelijke voorwaarden omdat niemand gastarbeiders gehuisvest wil hebben in hun omgeving. Wehl is dan ook gelijk een extreem voorbeeld en de kans is groot dat Esbro in Doetinchem meer succes zou hebben. Het maakt dat Esbro liever heeft dat dit landelijk of provinciaal besloten moet worden, ipv. dat de lokale politiek daarin keuzes maakt. Een andere optie is dat er een onafhankelijk regisseur/procesbegeleider aangesteld wordt om te zorgen dat er zowel aan de belangen van inwoners als aan de belangen van een initiatiefnemer voldaan kan worden. Esbro besluit hoog waarschijnlijk dat ze niet door gaan met de huisvestingsplannen in Wehl, maar moet wel huisvesting hebben voor hun personeel.
Huisvesting werd eerst geregeld door de uitzendbureaus die dit vervolgens weer regelde via huisjesmelkers waardoor er zeer slechte huisvesting ontstond voor gastarbeiders. Slechte hygiëne, het delen van bedden en weinig verblijfruimte.
Ook voor Esbro was dit onwenselijk waardoor ze huisvesting liever in eigen beheer doen. Ook omdat bedrijven als KFC en Mc Donalds willen controleren hoe personeel gehuisvest is en daar kwaliteitseisen aan hebben. Wanneer dit uitbesteed is, kan Esbro niet aan die kwaliteitseisen voldoen. De normen die voor deze huisvesting gelden, gaan verder dan het SNF-Keurmerk en daarmee ook verder dan de normen die wij als raad laatst vastgelegd hebben.
Esbro is er geen voorstander van dat de huisvesting verdeeld wordt. Ze willen dit liever centraal regelen op een manier die vergeleken zou kunnen worden met een soort campus. Goede kamers voor personeel met een aantal centrale keukens, wasserette, recreatieruimtes zoals sportlokalen, café, supermarkt. Waar ook familie van gastarbeiders ontvangen kan worden en beheerders aanwezig zijn. Daarnaast is er ook ruimte voor scholing over het bedrijf en taallessen. Integratielessen zouden hier dus ook een onderdeel van kunnen zijn waardoor personeel wat langer blijft en evt. besluit zich te huisvesten ook meer toekomst mogelijkheden kunnen krijgen in Nederland. Doordat het in de vorm van een campus is, is overlast beter te controleren en te beheersen.
Arbeidsvoorwaarden
Het werk is eentonig in een koude, natte werkplek zonder zonlicht. Dit maakt dat het niet aantrekkelijk werk is. Hier kan ook niet veel in aangepast worden omdat er ook strengen kwaliteitseisen zijn voor slachthuizen. Er zijn twee ploegendiensten van 10 tot 12 uur, waarbij personeel meer betaald krijgt voor de overuren. Het personeel valt onder de pluimvee CAO en daarin wordt iedereen hetzelfde behandeld.
In de fabriek worden nieuwe krachten herkent aan een geel haarnetje, zodat deze makkelijker te herkennen zijn en aangestuurd kunnen worden. In de rondleiding heb ik er één gezien die net begonnen was. Flexibele werkkrachten zijn wel 6x zo hoog als vaste werkkrachten. Toch wil Esbro graag inzetten om personeel te behouden, waardoor werknemers vrijwel altijd een vast contract krijgen als ze na twee jaar willen blijven doorwerken.
Ook de Esbro heeft te maken met zondag openstelling van supermarkten en bevoorrading, waardoor de productie 24/7 door gaat, wat betekend dat personeel ook in de weekenden ingeroosterd wordt. Drukke periodes zijn er vooral in het BBQ seizoen en rond kerst. In tijden van crisis en recessie kopen mensen eerder een stuk kip ipv. varken of rund.
De uitzendbureaus waar Esbro op dit moment vooral mee werkt zijn Fides en Stipt. Deze uitzendbureaus hebben kantoren in landen waar gastarbeiders geworven worden. Het aantal Polen neemt af terwijl het aantal Hongaren, Roemenen en Bulgaren, maar ook het aantal mensen in landen als Moldavië en Sri Lanka toeneemt.