Voorjaarsnota 2017: de fut is er helemaal uit
Deze week behandelden we de laatste Voorjaarsnota van deze collegeperiode. De opmaat naar de begroting 2018 en een mooi moment voor een eindsprint, zou je zeggen. Het laatste wat deze Voorjaarsnota uitstraalt, is de ambitie om nog een eindsprint in te zetten. Na vijf pagina’s ronkende beleidsteksten volgt een aaneenschakeling van tabelletjes met niet samenhangende aanmeldingen en wat noodzakelijke financiële gegevens.Is dit de aanloop naar de laatste begroting waar deze coalitie haar stempel wil drukken op de ontwikkeling van onze mooie gemeente? De energie lijkt er helemaal uit te zijn. En lege, vlakke agenda’s van raadsvergaderingen, die in deze periode toch al niet bol stonden van bruisend debat, lijken voor ons te liggen.
Bovendien zien we nauwelijks reflectie terug, op zorgelijke ontwikkelingen in onze gemeente. Geen letter over het feit dat de economische crisis “macro-economisch gezien” weliswaar voorbij lijkt te zijn maar dat het aantal Doetinchemse huishoudens met problematische schulden schrikbarend toeneemt. Geen letter over de forse toename van het aantal bijstandsgerechtigden in Doetinchem, daar waar buurgemeenten er veel beter in slagen om mensen aan het werk te krijgen. Geen letter over het miljoenentekort op het A18 Bedrijvenpark dat kennelijk nog steeds niet profiteert van de aantrekkende economie. Geen letter reflectie op het feit dat het vaak geroemde Aanvalsplan Binnenstad niet kan voorkomen dat we op een miljoenentekort in ons Parkeerbedrijf afstevenen. En tóch stelt het College in de Voorjaarsnota zonder blikken of blozen dat het coalitieakkoord is gerealiseerd of wordt gerealiseerd. Stonden deze punten dan allemaal niet in het coalitieakkoord? Of schrijven we het gewoon niet op want dan kan er ook geen debat over volgen?
Het is wat het is. En het is heus niet alleen maar kommer en kwel. Natuurlijk zijn we blij met een aantal ingezette ontwikkelingen in de Voorjaarsnota. In het bijzonder met de inzet van het College op de Doetinchemse Agenda Toegankelijkheid en de aanpak van Regelarme Bijstand: punten waar de fractie van de PvdA zelf initiatief toe heeft genomen via moties of amendementen. Maar de afdronk blijft dat de urgentie er niet lijkt te zijn er nog even keihard voor te gaan. En het meest indringend komt dat voor ons naar voren bij het thema werk. Of liever gezegd, het niet meer hebben van werk.
Nog nooit hebben er in Doetinchem zoveel mensen in de bijstand gezeten. Eind 2016 stond de teller op 1306 (inclusief IOAW/IOAZ). Maar liefst 130% meer dan waar rekening mee was gehouden. Doetinchem loopt bovendien procentueel uit pas bij bijvoorbeeld de Liemerse gemeenten of de gemeente Oude IJsselstreek. Hoe kan dit als de economie al een tijd aantrekt en de vraag naar werk toeneemt?
Laborijn wijst naar de Doetinchemse statushouders die bijna zonder uitzondering de bijstand inkomen. Maar dat gebeurt in andere gemeenten ook daar is de toename niet zo fors. En dan nog, moeten we dan bovenop de maatschappelijke initiatieven voor statushouders niet meer doen om deze statushouders zo snel mogelijk uit de bijstand te krijgen?
Of zou het kunnen komen doordat Doetinchem de goed werkende regeling voor loonkostensubsidie heeft afgeschaft en buurgemeenten zoals Bronkhorst en wederom de Liemerse gemeenten niet? De regeling is altijd een stimulans geweest voor werkgevers om inwoners uit de bijstand in dienst te nemen. Wij hebben diverse ondernemers gesproken die dit nu niet meer willen of naar buurgemeenten gaan waar de regeling nog wel van toepassing is. Erg vervelend voor Doetinchemse bijstandsgerechtigden.
Of zou het, tot slot, komen omdat we kennelijk maar heel beperkt een idee hebben van wie die 1306 mensen in de uitkering precies zijn, zoals bleek tijdens de beeldvormende raad. En als wij daar aan toevoegen dat we veel bijstandsgerechtigden hebben gesproken die hun werkconsulent al bijna een jaar niet meer hebben gesproken, dan wordt het vinden van de weg naar werk wel erg lastig
Deze opsomming heeft louter en alleen tot doel onze zorg uit te spreken over deze ontwikkeling én hopelijk samen met andere fracties het College op te roepen hier meer energie op te zetten. De eindsprint in te zetten. Eigenlijk hadden wij hier een financiële aanmelding verwacht of tenminste een duidelijk inhoudelijk offensief om de toename om te buigen in een afname. Van beide is geen sprake.
Daarom rond ik af met de vraag aan de wethouder Werk en Inkomen of hij onze zorg deelt en of hij bereid is, gekoppeld aan het plan van aanpak over de regelarme bijstand, bij begroting kenbaar te maken welke extra acties vanuit Laborijn zullen worden ondernomen om ervoor te zorgen dat inwoners in de bijstand ook gaan profiteren van de economische opleving.